Jet Frenken

Wie ben je en wat doe je?

Mijn naam is Jet Frenken en ik ben in 1959 geboren in Brabant. Na de Pedagogische Academie studeerde ik onderwijskunde in Groningen. Maar mijn hart lag toch meer bij het ontwerpen van de leermiddelen dan bij de theoretische kant van het vak. Ik belandde in een kleinschalige drukkerij, achter de drukpers. Dat was toen best stoer: vrouwen in mannenberoepen was ‘hot’ toen. Ik verhuisde naar Utrecht en kreeg een baan in een grotere drukkerij. In de avonduren deed ik de Kunstacademie, maar die heb ik niet helemaal afgemaakt. Daarna heb ik twaalf jaar bij Samson Sijthoff (onderdeel van Wolters Kluwer) gewerkt als vormgever van vaktijdschriften. Ik heb de overgang van het ‘knippen en plakken’ naar automatisering - desktop publishing zoals dat destijds heette - intensief meegemaakt.

In 2000 ben ik voor mezelf begonnen, Oblong grafisch ontwerp. Ik hou van papier, van vormgeven van tijdschriften en van boeken. Door de automatisering kan ik mijn werk desnoods vanuit Japan doen, zeg ik altijd. Het werd het platteland van Zuid-Friesland. Een verademing en ontdekking… Ik had een grote moestuin en ik vond het heerlijk om mijn computerwerk af te wisselen met wroeten in de aarde. Na een aantal jaren miste ik het contact met andere ondernemers en ben ik gaan werken in de Broedstoof in Heerenveen en later in De Kas, containerunits voor zelfstandigen in het centrum van Heerenveen, verhuurd door Accolade. In mijn vrije tijd werk ik voor een Kunststichting. We organiseren kunstevenementen rondom het Tjeukemeer en daar heb ik het muziek maken weer ontdekt.

Waarom kom je graag naar de Vrouwenkamer?

Ik kom uit de tijd dat vrouwen die in mannenberoepen werkten zich erg moesten bewijzen, en ook nu nog moeten we ons blijven positioneren. Dan is het goed om elkaar tegen te komen en te horen hoe anderen het aanpakken. Het is ook fijn dat het niet alleen over het werk gaat.

Wat is voor jou het meest waardevolle dat je hebt meegemaakt bij de Vrouwenkamer?

Het vijftienjarig jubileum van de Vrouwenkamer in Oranjestein vond ik een prachtige avond. Ik kende toen nog niet zoveel mensen, maar iedereen stond open voor elkaar. De bijeenkomst onlangs met de huisarts en de diëtiste over de Blue Zones vond ik heel verrassend. En zelf heb ik nog met Anne-Marie Krap verteld over het (laten) schrijven van levensverhalen op een bijeenkomst in boekhandel Binnert Overdiep.

Welke gebeurtenis heeft je leven veranderd?

Wat het grafische werk betreft, was dat de overgang van knippen en plakken naar digitale vormgeving. Dat heb ik een beetje gecompenseerd door handmatig boeken te gaan maken. Ik heb namelijk ook een opleiding handboekbinden en boekrestauratie gevolgd in Amsterdam. Toen ik kleinkinderen kreeg, heb ik het ambachtelijke werk weer teruggevonden in mijn nieuwe personage Lientje. Een jaar lang heb ik met een pop het werk in mijn moestuin gevolgd en gefotografeerd. Daar heb ik een vrolijk kinderboek van gemaakt, met een kleurboek erbij. Dit eerste deel: ‘Lientje en de moestuin van tante Jet’ ligt nu bij de boekhandel en is ook in het Fries vertaald. Inmiddels is ook gemaakt ‘Lientje bakt taart’ en ‘Lientje gaat op reis’.

Wat is je uitdaging voor de komende jaren?

Ik wil de avonturen van Lientje verder uitbouwen. In de maak is ‘Lientje maakt wol’. Een vriendin van mij heeft een kudde heideschapen, daar ga ik met Lientje naar toe om kennis op te halen en foto’s te maken. Ik lees nu regelmatig voor uit de Lientjeboeken op basisscholen en in bibliotheken. Dan trek ik mijn laarzen aan, neem mijn gieter mee, prei onder de arm…

Grappig toch, dat mijn onderwijsachtergrond en mijn grafische ervaring op deze manier samenkomen… Hier kan ik nog wel even verder mee, ook na mijn pensioen!

 

'Ik kom uit de tijd dat vrouwen die in mannenberoepen werkten zich erg moesten bewijzen, en ook nu nog moeten we ons blijven positioneren. Dan is het goed om elkaar tegen te komen en te horen hoe anderen het aanpakken.'